De familie Adornes
Ca. 1270: Opicius I Adornes (waarschijnlijk legendarisch) zou Gwijde van Dampierre hebben gevolgd op een reis naar het Heilig Land en zich vervolgens hebben gevestigd in Vlaanderen.
Ca. 1300: Opicius II Adornes vestigt zich in Brugge en wordt poorter van de stad.
1356-1361: De naam van Martin Adornes, zoon van Opicius, verschijnt voor het eerst in de stadsdocumenten. Hij is het hoofd (hoofdman) van een stadsdistrict.
1398: Overlijden van Pieter I Adornes, hostelier, geldwisselaar, penningmeester van de stad en ontvanger-generaal van Vlaanderen en Artois vanaf 1394.
1424: Geboorte van Anselm Adornes, zoon van Pieter II Adornes en Elisabeth Braderickx. Brugge is in die tijd een bruisende en rijke metropool waar kooplieden uit alle landen elkaar ontmoeten. De Adornes zijn actief in de zeer lucratieve handel in aluin, die wordt gebruikt voor de verwerking van wol en de vervaardiging van laken. Anselm is de emblematische figuur van de Adornesdynastie. Hij wordt koopman, diplomaat voor de Hertogen van Bourgondië en wordt geridderd door James III van Schotland.
Hij is nog geen negentien jaar als hij trouwt met de patriciërsdochter Margareta van der Banck, die hem maar liefst zestien kinderen zal geven. Maar zijn opmerkelijkste prestatie is waarschijnlijk zijn bedevaart naar het Heilig Land in 1470-71, waarbij hij talloze gevaren trotseert. Hij komt veilig en gezond terug, en verwerft een aanzienlijk prestige. In die tijd krijgt het Adornesdomein het uitzicht zoals we het vandaag kennen: de oude kapel die in 1429 was ingewijd wordt afgebroken en vervangen door een prestigieuze kapel bedoeld als een replica van de Heilig Grafkerk in Jeruzalem. De godshuisjes worden gebouwd, de woning van de familie wordt verfraaid en vergroot.
1429: De Jeruzalemkapel, opgericht door Pieter II en Jacob, wordt ingewijd.
1470-1471: Anselm Adornes en zijn zoon Jan maken een bedevaart naar het Heilig Land. Jan schrijft een verslag bij hun terugkeer.
1483: Anselm Adornes wordt op brutale wijze vermoord in North Berwick (Schotland).
1511: Arnoud Adornes volgt zijn broer Jan op als beheerder van de Jeruzalemstichting. Omdat hij slechts één dochter heeft, besluit hij zijn kleinzoon Jan de la Coste toestemming te geven om de naam Adornes te voeren.
Na de terugval van Brugge vanaf de 16de eeuw, blijft de Adornesfamilie de Jeruzalemstichting beheren. De financiën ontbreken soms, maar de kapel wordt in 1560 nog voorzien van prachtige glasramen. Rustige periodes en oorlogen wisselen elkaar af, welvarende en slechte tijden, maar het domein wordt zonder onderbreking doorgegeven. Drie keer zal de overdracht gebeuren in vrouwelijke lijn, waardoor de eigenaarsfamilies andere namen krijgen: Adornes tot het midden van de 18de eeuw, de Draeck gedurende ongeveer 130 jaar, en ten slotte de Limburg Stirum sinds het einde van de 19de eeuw.