Weken 4 tot 36: Eerste behandelingen.

Na een veilige aankomst in het atelier van Raymakers & Rossen, restaurateurs van het praalgraf van Anselm Adornes en diens vrouw Margareta van der Banck, waren we gerustgesteld. Het waren een intense vijf weken in de Jeruzalemkapel geweest, toen het praalgraf (lees: de zijwanden met wapenschilden, de basissen en het loodzware deksel) gedemonteerd werd. De gehele constructie verhuisde naar het atelier te Essen waar de eigenlijke restauratie toen pas echt kon beginnen.

Hieronder geven wij graag wat meer informatie en tonen we enkele foto’s van het proces van restauratie.

Rossen en zijn team bouwden een speciale klimaatkamer, aangepast aan de eisen van het praalgraf. In deze ruimte verbleven de onderdelen van het graf een zestal weken. Binnen in de kamer kan de relatieve vochtigheidsgraag gecontroleerd en zo nodig verhoogd of verlaagd worden. Na enkele weken verschenen witte draden en groengele punten aan het oppervlak. Schimmel? Calcium? Dat zal moeten blijken na verder onderzoek.

Voorzichtig werd de uitbloei verwijderd en werd er een kleipasta aangebracht op het oppervlak. Deze dient het kunstwerk te ontlasten en het vormen van nieuwe zouten tegen te gaan. Nadien werd de vochtigheidsgraag verlaagd met 10 %. Dit proces, het vervangen van de kleipasta en het verlagen van de vochtigheid, werd nog zo’n 5-tal keer herhaald.

Vooraleer de echte restauratie kon beginnen, was er eerst sprake van een derestauratie. In het verleden werd de tombe al enkele keren gerestaureerd maar met teleurstellende resultaten. Onder de harde herstellingen van de jaren ‘80, ontdekte Rossen andere herstellingssporen, voornamelijk uit gips en was.

De volgende fase was het verwijderen van de herstellingen tot aan de absolute basislaag. Van hieruit konden de nieuwe herstellingen van start gaan.

Bemerk het verschil tussen de beeltenissen van Anselm en Margareta.

Vandaag, na 36 weken, zijn alle oude restauraties verwijderd en kan een nieuwe fase ingaan. We houden jullie op de hoogte!

Restaurateur Luc Rossen en stadsarcheoloog van Brugge Frederik Roelens.

Maar wat nu met de grafkelder? Na de tentoonstelling van Nick Ervinck werd uiteraard ook zijn kunstwerk “GARZGRIOLEJIF” verwijderd, dat de plaats nam van het praalgraf en boven op de grafkelder op een sokkel werd getoond. Een interessant moment om een kijkje te nemen.

Rossen en zijn team zorgden ervoor dat de laatste stenen die vooral Margareta’s kant bedekten, los gemaakt werden. Een heel karwei, zo bleek. Een stelling werd gemaakt en met de stenen aan de kant gelegd, kregen we eindelijk zicht in de kelder.

Verder onderzoek van onder meer Raakvlak gebeurt volgend jaar. Zolang het onderzoek in en rond het grafkelder voortgezet wordt, houden we onze bevindingen nog even geheim. Wij zullen, in een bepaalde mate, na het onderzoek bevindingen delen.

Deze plek blijft een privaat domein, deels opengesteld aan het publiek. De Jeruzalemkapel is nog steeds een religieuze plek, opgericht door een familie waarvan de afstammelingen nog steeds beheerders zijn; een private en zelfs emotionele plek. We hopen op het vertrouwen en het begrip van de bezoeker om sommige zaken dan ook privé te houden.

Previous
Previous

Weken 36 tot 51: Plastisch herstel en de wapenschilden

Next
Next

Week 4 & 5: de grafkelder en het transport